VOORWOORD In de jaren na de tweede wereldoorlog is de ontwikkeling van het glasareaal zonder meer stormachtig geweest. Deze ontwikkeling had in hoofdzaak betrekking op de groenteteelt, omdat door areaalbeperking de mogelijkheden voor de bloementeelt lange tijd beperkt waren. Niettemin is de bloementeelt geleidelijk in velerlei gebieden ook hiervoor een bijzonder grote belangstelling te bestaan. Speciaal de snijbloementeelt kreeg de aandacht, niet alleen op het reeds gespecialiseerde bloembollenbedrijf, maar vooral op de groenteteeltbedrijven. Naast de anjer, roos en fresia is vooral de chrysant op dit type bedrijven een belangrijk bloemgewas geworden. De mogelijkheden voor de chrysantenteelt zijn — behalve door een vrije ontplooiing van het areaal — vooral ook vergroot door de nieuwe teelttechnieken en -technieken. Naast de normaalteelt van chrysan is vooral de jaarrondteelt „in". De mogelijkheden hiervan zijn nog lang niet alle uitgebaat. Dit is te begrijpen, want het vraagt een goed inzicht en een ruime mate van vakkennis. Wij zijn daarom bijzonder verheugd dat de heren Buijs en van Veen ondanks hun bijzonder drukke werkzaamheden, de tijd hebben weten te vinden om een handboek voor de chrysantenteelt samen te stellen. Wij vinden het des te meer plezierig, omdat het een boekwerk is geworden dat op een duidelijke wijze de gehele problematiek van de teelt behandelt en bijzonder veel informatie geeft. Vandaar dat onze overtuiging, dat dit boekwerk zeker z’n weg op de Nederlandse bloemisterijbedrijven zal vinden, die er stuk voor stuk mee gediend zijn dat hun „beplanting" aan kennis in de concurrentiestrijd op de Europese markt maximaal is. Ir. W. van Soest Directeur Proefstation Naaldwijk

Buijs G. Van Veen J.W.H.

Moderne chrysantenteelt