WOORD VOORAF — Het is algemeen bekend dat de jezuïeten op het einde van de 16de en in de eerste helft van de 17de eeuw in vele landen talrijke colleges hebben opgericht, die – zoals de orde zelf – groot succes kenden. De jezuïeten hebben in die jaren inderdaad op beslissende wijze bijgedragen om de Roomse Kerk doorheen de grote crisis van de 16de eeuw te helpen en tot een nieuwe bloeiperiode te brengen in de 17de eeuw. Dat een orde die de Kerk zo uitzonderlijke diensten had bewezen door paus Clemens XIV in 1773 werd afgeschaft, blijft verwondering wekken. De studie van P. Thurmann is te situeren in dit brede kerkhistorische kader. De auteur begint zijn verhaal bij de aankomst van de jezuïeten te Kortrijk in 1583, maar spitst zich verder geheel toe op de concrete uitvoering van de afschaffingsdecreten. Dat maakt het hem mogelijk het persoonlijk lot van de gewezen Kortrijkse jezuïeten en de liquidatie van hun roerende en onroerende goederen zeer grondig te behandelen. Precies aan deze wetenschappelijke grondigheid ontleent de aangeboden studie haar bijzondere waarde. Nooit te voren werd de geschiedenis en de afhandeling van de afschaffing van een jezuïetenklooster en -college op dergelijke basis beschreven. Vanwege allen die met erfgoed en met een levensgetrouw beeld te schetsen van de reële gang van zaken op lokaal vlak, met andere woorden “aan de basis”, begaan zijn, verdienen zowel auteur als uitgever oprechte waardering. Deze studie verruimt in aanzienlijke mate onze kennis van het Kortrijkse verleden. Het belang van dit werk overstijgt evenwel het stedelijk niveau. De auteur brengt immers een modelstudie voor de bestudering van de concrete gang van zaken in andere steden in binnen- en buitenland. Graag feliciteren we de auteur, speciaal voor het werkelijk zeer uitgebreide archiefonderzoek dat aan de basis ligt van deze verdienstelijke en degelijke studie. Verder stellen we er bijzonder prijs op het bestuur van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk te loven en te prijzen omdat het besloten heeft dit werk te publiceren. Het bewijst de geschiedenis en de Kortrijkse steden een belangrijke culturele dienst. Mocht de belangstelling voor het boek en de auteur en de uitgever belonen voor hun ijver en mochten de lezers de kennismaking met de lotgevallen van de Kortrijkse jezuïeten, van het moeizaam startende koninklijk college en van de beginnende Sint-Michielsparochie als verrijkend ervaren. — Prof. Dr. M. Cloet, Leuven-Kortrijk, 5 november 1983.

Thurman Paul

De opheffing van het Jezuïetencollege te Kortrijk