Geschiedenis van de farmacie in België; met een inleiding tot de algemene geschiedenis van de farmacie

Artikelnummer 10124342

Leo Vandewiele (° te Waregem op 17 november 1910), doctor in de farmaceutische wetenschappen, gewezen lector in de geschiedenis van de farmacie en van de geneeskunde aan de R.U.G., oud-hoofdredacteur van het Farmaceutisch Tijdschrift voor België, medestichter, eerste secretaris, thans erelid, van de Kring voor de geschiedenis van de Pharmacie in Benelux, medestichter, eerste secretaris van het Zuidnederlands Genootschap voor de geschiedenis van de Geneeskunde, Wiskunde en Natuurwetenschappen, medelid, ereburger en erelid van de Internationale Arbeitsgemeinschaft für Clusius-Forschung, lid van de Académie Internationale d’Histoire de la Pharmacie en tal van andere wetenschappelijke genootschappen en binnen- en buitenland. Houder van de erepenning van het Kon. Oostvlaams Apothekersgild, de Ferkel-medaille (Oostenrijk), de Schelenz-Plakette (Duitsland), de Urdaag-medaille (U.S.A.), de medaille van de Academia Italiana di Storia della Farmacia, socius honoris causa van het Collegium nobile chemicorum et medicamentorum Urbis (Rome), Ere-lid van de Kon. Antwerpse Apothekersvereniging en van het Kon. Oostvlaams Apothekersgild. Publikaties: Noord- en Zuidnederlandse Stedelijke Pharmacopoeën (1955); De Grabadin van Pseudo-Mesues (XIe-XIIe eeuw) en zijn invloed op de ontwikkeling van de Farmacie in de Zuidelijke Nederlanden (1962); De ‘Liber magistri Avicennae’ en de ‘Herbarius’, Middelnederlandse handschrift uit de 14e eeuw (1965); De Herbarius in dietsche en de verwantschap met Herbarius Latinus en Herbarius in latino cum figuris (1965); Geschiedenis van het Farmaceutisch onderwijs aan de Rijksuniversiteit te Gent 1849-1969 (1970); Bij het eeuwfeest van het Laboratorium van toxikologie aan de Fakulteit voor Farmaceutische wetenschappen van de R.U.G. (1976); Gedenkboek Honderdvijfentwintigjarig bestaan van het Kon. Oostvlaams Apothekersgild (1979) en talrijke bijdragen in verschillende wetenschappelijke tijdschriften. Dit boek verhaalt de boeiende geschiedenis van de farmacie in België vanaf de 13e eeuw. Om deze regionale geschiedenis beter te situeren werd het boek in twee delen ingedeeld: het eerste deel geeft een korte inleiding tot de algemene farmaceutische, het tweede deel neemt de draad op vanaf de 13e eeuw in onze streken, vanaf het ogenblik dat de “apotekaris” hier een begrip geworden was. De geschiedenis van de farmacie is interessant, niet alleen als overzicht van de ontwikkeling van het geneesmiddel en de artsenijbereidkunde maar ook om de vele raakpunten die zij heeft met andere disciplines zoals plantkunde, dierkunde, mineralogie, chemie, fysika, toksikologie, bromatologie, mikrobiologie enz. Daarenboven heeft de farmacie wortels in het maatschappelijke leven: gilden, korporaties en collegia, te staan in betrekking met de volkskunde, ook zijn de gebruiksvoorwerpen die de apotheker nodig had in zijn beroep: apothekerspotten, weegzels, maten en gewichten, toestellen enz., een interessant onderdeel van de boeiende geschiedenis van de farmacie.