VOORWOORD. ONDER alle werken en werkjes, over de H. Bernadette en Lourdes geschreven, verdient dat van Mevr. Reynès-Monlaur zeker een eerste plaats. Het is niet het oudste, noch het jongste, noch het omvangrijkste, noch het wetenschappelijkste, zoomin op theologisch als op medisch gebied. Het heeft echter een geheel eigen waarde, en tevens een geheel eigen bekoorlijkheid. Het eerste denkbeeld ervan ging uit van den Bisschop van Tarbes en Lourdes, Mgr. Schoepfer, zelf. Hij droeg de verwezenlijking ervan op aan Mevr. Reynès-Monlaur wier fijne schrijverstalenten een ieder kende. Haar werden alle archieven ter raadpleging gesteld, zoowel die van het Bisdom als die van het Klooster der Eerw. Zusters van Liefde en Christelijk Onderwijs in Nevers, waar de kleine Bernadette, als zuster Marie-Bernard, voor de wereld verborgen, de Heilige Bernadette werd. Alle verdere inlichtingen werden nog verstrekt door Dr. Boissarie en anderen. Van de juistheid der feiten kon men dus verzekerd zijn. Al deze gegevens nu verwerkte de schrijfster tot een uiterst bekoorlijk, sober geheel, waarin men op hoogst gevoelige, en tevens hoogst zuivere wijze, onder al de bekoring van hun uiterlijk, met fijne trekken vindt geschetst het innerlijk wezen, de ziel, den zin van de Verschijningen, van Bernadette, van Lourdes zelf. In de keurige en verzorgde Nederlandse vertaling vinden we niet alleen den inhoud van het oorspronkelijke zuiver terug, maar ook de bekoring van den vorm. Zelfs de frisheid, zoozeer eigen aan het Fransch van Mevr. R.-M., bleef behouden. Wij meenen daarom, dat de vruchtbare zegen, dien Kardinaal de Cabrières, bisschop van Montpellier, aan het oorspronkelijke werkje schonk, zich ook zal uitstrekken over de vertaling. Ad Jesum per Mariam; tot Jesus door Maria. Oosterhout. Dom. H. P. LOUWERSE, O. S. B. INHOUD: Voorwoord 5 – EERSTE GEDEELTE: De Verschijningen van Bernadette – Bernadette 9 – De Verschijningen van Bernadette 18 – Bernadette gedurende de extase 28 – Vervolg van de Verschijningen van Bernadette 33 – „Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis” 45 – Wat de Verschijningen in Bernadette uitwerkten 55 – TWEEDE GEDEELTE: Wat Zij vraagt en hoe de aarde Haar antwoordt – Het Gebed te Lourdes 75 – Boetvaardigheid 87 – „Ik wensch dat velen hierheen komen” 99 – DERDE GEDEELTE: Wat Zij geeft – Het Oord van het Wonder 113 – Het Oord der Geheimen 132 – „Gij zijt de Christus de Zoon van den levenden God” 149 – 159