Babin P.
De jeugd tegenover het geloof
Numéro d'article 10124528
Het boek van P. Babin vond overal een grote weerklank. Bovendien werd het aan de sensibiliteit en toestanden in ons land aangepast. Uit de inhoud : De geloofsakt en de adolescent. De expliciete en impliciete bekering en geloofsafvalligheid bij de jeugd. Fasen in de geloofsontwikkeling : kinderjaren, preadolescentie, puberteit, adolescentie. Opvoeders voor de hedendaagse jeugd door begrip en door getuigenis. Pedagogische en pastorale toepassingen. De catechese. INHOUD Inleiding : I. Drie gezichtspunten met verschillende diepte. 1. Oppervlakkige kennis of alledaagse psychologie. 2. Meer gevorderde kennis of wetenschappelijke psychologie. 3. Christelijke kennis of religieuze psychologie. II. Wat is het geheim van een nieuwe visie op de mens ? III. Betekenis en draagwijdte van onze studie. EERSTE DEEL : DE PSYCHOLOGISCHE GEGEVENS. HOOFDSTUK I. DE GELOOFSAKT EN DE ADOLESCENT. I. Zijn er voor de jongeren tekenen van geloof ? Noodzakelijkheid van die tekens. Zijn er tekens voor de hedendaagse jeugd ? Zijn er misvormde tekens ? Zij bestaan nog. II. De subjectieve getuigenissen van de jeugdigen tegenover de geloofsakt. 1. De zin voor het heilige. Wat is het heilige ? Het heilige bij de primitieven, bij de modernen. De jeugdige en het heilige. Verhouding tussen geloof en heilige. 2. De jeugdige en het morele leven. Morele neigingen bij de adolescent. Het evangelie. 3. De nood aan geluk. Besluit : Fundamentele Ambiguïteit van de jongeren. HOOFDSTUK II. DE OMMEKEER IN DE JEUGD. I. De expliciete bekering en geloofsafvalligheid. Wat is de bekering in de jeugdperiode ? Kenmerken van die bekering. De expliciete geloofsafvalligheid. II. Impliciete bekering en geloofsafvalligheid. Wat is dit ? Kenmerken van die bekering. III. Bekering en geloofsafvalligheid ten gevolge van een bevestiging van een gegeven toestand. Kenmerken. HOOFDSTUK III. DE FASEN IN DE ONTWIKKELING VAN HET GELOOF. Algemeen perspectief. I. Het beginstadium van het geloofsleven : de kinderjaren. Het kleine kind. Het volwassen kind. Godsdienstige betekenis van de kinderjaren. II. De Preadolescentie. Betekenis. Kenmerken van de ontwikkeling van het geloofsleven : 1. Een onbestemde en verontrustende opwekking van instinctiviteit. 2. Een nieuwe gevoeligheid voor buiten-familiale invloeden. 3. Teleurgang van de zekerheid uit de kinderjaren. 4. Het ontstaan van opwellingen. III. Puberteits-Adolescentie : Overdrijvingen van de natuurlijke godsdienstigheid en van de instincten tegenover het christelijk geloof. 1. de ontekende instincten. 2. de godsdienstigheid van het heilige. de adolescent en de mogelijkheden van geloofsverruwing. IV. Oudere Jeugd : Opnieuw vraagstellen van het geloofsleven en eerste stabilisatie. 1. diepe onzekerheid. 2. reflectie en intellectuele verdieping. 3. het besluit neemt vastere vormen aan. V. Geestelijke betekenis van de adolescentie-periode en ontwikkelingslijnen naar de volwassenheid. 1. Geestelijke betekenis van de adolescentie. 2. Lijnen van ontwikkeling naar de volwassenheid. TWEEDE DEEL : OPVOEDERS VOOR DE HEDENDAAGSE JEUGD. Vereisten van een christelijke opvoeding I. Opvoeding door het begrijpen. Natuurlijke betekenis van het begrijpen. Fundamentele betekenis. Analyse van de opvoedingselementen in en door het begrijpen. Waarom moet de jeugdopvoeder zichzelf zo verloochenen om te kunnen begrijpen ? Heiligheid van de opvoeder en begrijpen. Wat men niet mag begrijpen en wat men altijd mag begrijpen. II. Opvoeding door getuigenis. 1. Het getuigenis moet een daad van liefde zijn. 2. Enkele aspecten van het getuigenis van de moderne jeugdopvoeder. 1. Vrij zijn. 2. Jong zijn. 3. Gelukkig zijn. Besluit. DERDE DEEL : PEDAGOGISCHE EN PASTORALE TOEPASSINGEN. HOOFDSTUK I. DE PROBLEMEN DER JONGEREN EN DE FUNDAMENTELE RICHTING IN DE CHRISTELIJKE OPVOEDING. 1. Zelfgenoegzaamheid en geestelijke armoede. 2. Afwijkingen van het lichaam en opvoeding tot liefde. 3. Angst, vluchten en opvoeding tegenover de taken in de gemeenschap. HOOFDSTUK II. KRACHTLIJNEN VAN DE CATECHISE. 1. Catechese van het leven. 2. Catechese van een vrijheid „in roeping”. a. catechese van de vrijheid. b. catechese van de roeping. HOOFDSTUK III. KRACHTLIJNEN VAN DE OPVOEDING. 1. Positieve opvoeding tot vrijheid. 2. Opvoeding tot voorkomendheid. 3. Opvoeding tot christelijke zin der gebeurtenissen. 4. Opvoeding tot het universele. 5. Opvoeding tot een sociaal leven. 6. Opvoeding tot persoonlijke liefde tot Jezus. 7. Opvoeding tot een ascese van geestelijke nederigheid en naastenliefde. Besluit. Nihil Obstat Antwerpen, 7 Februari 1964 P. Pas, libr. cens. Imprimatur Antwerpen, 7 Februari 1964 C. Eykens, vic. gen.
État
D'occasion - Bon
Langue
Néerlandais
Type d'articles
Livre - Couverture souple
Année
1964
Éditeur
Patmos
pp. 164
