INHOUD: Voorwoord 5; Politieke crisis in het Oosten 7; Juda kiest partij 15; Aan de stroomen van Babylon 21; Vertwijfeling en kleingeloovigheid 32; Roeping van Ezechiël 44; De Zware Hand van Jahwe 53; De zonden van het verleden 58; De zonden van Ezechiël’s tijdgenooten 66; Wie draagt de verantwoordelijkheid 72; Voorspellingen van Juda’s ondergang 81; Het Tempelvisioen 99; De ondergang nadert 103; Het oordeel wordt voltrokken 111; Profetieën tegen Egypte 120; Profetieën tegen Tyrus 126; Ezechiël’s nieuwe taak 135; Het visioen der doodsbeenderen 138; De duur der ballingschap 146; De heilige rest 152; De toekomst van het uitverkoren volk 164; De stad op den berg 171; Ezechiël’s invloed op het Jodendom 178; Ezechiël voor onzen tijd 184. PLATEN: Toen zag ik een hand naar mij uitgestoken 47; Menschenkind, ziet ge wat men hier doet? 67; Dit is Jerusalem 93; Zullen deze beenderen levend worden? 187.

Van der Born A.

Ezechiël, de profeet van de babylonische gevangenschap