Stoffen uit Vondels werk

Artikelnummer 10124399

INHOUD — Verantwoording (blz. 5). Inleiding (7). 1607 Bartjens-Cithon, Vondelkroniek III (1932) 29–31 (WB I 137) (15). 1610 Diftongering, Bijdrage tot het onderzoek van Vondel’s werken (diss.) 162–79 (WB I 158) (19). 1613 Elcoch Schinkel’s Wijngaard, Vondelkroniek V (1934) 122–3 (WB I 401) (38). 1614 Christelycke Ridder, Bijdrage tot het onderzoek van Vondel’s werken (diss.) 11–20; Tijdschrift voor Taal en Letteren XXIX (1941) 192–6 (WB I 446) (39). 1618 Transformator, Vondelkroniek III (1932) 31–2 en 84–5; Vondelkroniek IV (1933) 80–1 (WB I 790) (53). 1622 Vondel-Stalpart. Apollonia van Veen, familie en vrienden, Vondelkroniek VIII (1937) oct. 36–9 (WB III 395); Tijdschrift voor Taal en Letteren XXV (1937) 5–42 (WB II 420) (59). 1627 D’Mater Salem, Vondelkroniek VIII (1937) mei 38; De Nieuwe Taalgids XLVIII (1955) 275 (WB III 123) (100). 1627 Walchserom, Vondelkroniek II (1931) 170–9 (WB III 133) (101). 1630 Roskam, Bijdrage tot het onderzoek van Vondel’s werken (diss.) 20–38 (WB III 300) (112). 1630 Harpoen, Bijdrage tot het onderzoek van Vondel’s werken (diss.) 38–72; Tijdschrift voor Taal en Letteren XXIV (1936) 73–5 (WB III 307) (133). 1633 O.M.P., Vondelkroniek V (1934) 123 (WB III 315) (174). 1634 Medaillle, Vondelkroniek V (1934) 123–4 (WB III 315) (175). 1635 De Felle Doot, De Nieuwe Taalgids XLII (1954) 281–5 (WB III 396) (177). 1639 Envy uw soon den hemel niet, Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde LXXV (1957) 42–8 (WB III 400) (184). 1639 Vondel en Noorwegen, Vondelkroniek X (1939) 36 (WB III 631) (191). 1640 Mijn Wesepin, Vondelkroniek VII (1936) 170 (WB IV 796); De Nieuwe Taalgids XLIV (1951) 14 (WB IV 115) (201). 1642 Zangkunst van Ban, Bijdrage tot het onderzoek van Vondel’s werken (diss.) 72–5 (WB IV 298) (208). 1642 Snare, Bijdrage tot het onderzoek van Vondel’s werken (diss.) 145–8 (WB IV 335) (212). 1643 Bevolen blijven, Bijdrage tot het onderzoek van Vondel’s werken (diss.) 148–152 (WB IV 358) (216). 1644 F. Junius en J. de Brune de Jonge, Bijdrage tot het onderzoek van Vondel’s werken (diss.) 75–81 (WB IV 383) (221). 1644 D.B.D.L.B. en de ‘Afwezende Vriend’, Vondelkroniek VII (1936) 171–4 (WB IV 845) (228). 1644 Spierings Gestaltwisseling, Bijdrage tot het onderzoek van Vondel’s werken (diss.) 93–7 (WB IV 593) (233). 1644 Plato en Aristoteles, Bijdrage tot het onderzoek van Vondel’s werken (diss.) 114–120 (WB V 589) (237). 1645 Zaad en slang, Bijdrage tot het onderzoek van Vondel’s werken (diss.) 97–102 (WB V 666) (244). 1645 Elsie, Bijdrage tot het onderzoek van Vondel’s werken (diss.) 156–162 (WB V 762) (249). 1647 Kristian Kas, Bijdrage tot het onderzoek van Vondel’s werken (diss.) 102–6 (WB V 241) (261). 1647 De Monsters onzer eeuw, Vondelkroniek VIII (1937) mei 39 (WB V 512) (261). 1647 Bij vier vertaalde gedichtjes, Bijdrage tot het onderzoek van Vondel’s werken (diss.) 107–114 (WB V 246) (266). 1653 Man, oorlogsmans, Bijdrage tot het onderzoek van Vondel’s werken (diss.) 81–93 (WB V 596) (284). 1655 De loze brug, Tijdschrift voor Taal en Letteren XXIX (1941) 185–7 (WB IX 851) (326). 1663 Matrozen – Matronen, Tijdschrift voor Taal en Letteren XXIX (1941) 187–190 (WB IX 945) (328). 1663 Woordgebruik bij Vondel, Vondel-jaarboek 1949, 20–8; Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie 1949, 173–187 (WB IX 926) (337). 1667 Zungchin, Vondelkroniek X (1939) 9–25 (WB X 233) (350). 1669 Jan van Arimstel, De Nieuwe Taalgids XLVII (1954) 217–222 (WB X 620) (359). 1671 Tekstgeschiedenis des Herscheppinge, Vondelkroniek IV (1933) 78–80; Vondelkroniek V (1934) 199–202 (WB VII 374) (362). 1662 Dus lang, Bijdrage tot het onderzoek van Vondel’s werken (diss.) 152–6 (WB IX 98) (369). 1673 Vondel aan een scheepskapitein (?), Liber Amicorum van B.H. Mollenhauer O.P. 199–202 (374). 1673 Brands Leven van Vondel, Tijdschrift voor Taal en Letteren XXI (1933) 132–8 (377).

pp. 388