Beda Verbeeck

De geschiedenis van de sterre der zee te Maastricht tot 1804

Article number 10124729

EUR 16,00 *
Content 1 piece
* Incl. VAT excl. Shipping
In stock, delivery in 1-3 working days

Inhoud Eerste Deel. Bespreking der bronnen Inleiding Hoofdstuk I. Literaire bronnen In de XVIIe eeuw: Sedulius en Thielmans; auteurs van ondergeschikte betekenis. In de XVIIIe eeuw: De Boeck; auteurs van ondergeschikte betekenis. In de XIXe eeuw: van Heylerhoff; auteurs van ondergeschikte betekenis. In de XXe eeuw: Kronenburg; auteurs van ondergeschikte betekenis. Hoofdstuk II. Archivalische bronnen Archivalia der Broederschap van O.L. Vrouw. Archivalia uit het archief van het Maastrichtsche Minderbroedersklooster. Archivalia uit het archief der Nederlandse Minderbroedersprovincie. Archivalia uit het Stadsarchief van Maastricht. Hoofdstuk III. Oude gravures en afbeeldingen van het beeld Devotieprentjes van voor 1608. De oudst-bekende gravure van 1609. Een gravure uit de jaren 1675-1678. Het procesverbaal van omstreeks dienzelfde tijd. Drie gravures uit 1697. Devotieprentje tussen 1739 en 1754. Twee gravures uit de tweede helft der XVIIIe eeuw. Hoofdstuk IV. Het beeld van O.L. Vrouw van Maastricht Beschrijving van het tegenwoordige beeld. Veranderingen in de loop der tijden aangebracht (bekleding, sieraden, attributen: inktkokers, peer of vaasje?). De idee door den kunstenaar uitgebeeld. Determinering van het kunstwerk: waarschijnlijk Zuid-Oost Duitsland, circa 1420. Tweede Deel. Oorsprong der devotie en herkomst van het beeld Inleiding Hoofdstuk I. Opkomst en eerste ontwikkeling der bedevaartsplaats Wonderbare gebeurtenissen 1556, 1566 enz. De Protestanten te Maastricht (1578). Het beeld in veiligheid (1579). Hoofdstuk II. Rijke bloei (1579-1639) Verovering der stad door Parma. Wonderbare gebedsverhoringen. Inname der stad door Frederik Hendrik (1632). Moeilijkheden met de Protestanten. De Minderbroeders verlaten de stad (1639). Het beeld blijft achter. Hoofdstuk III. De plechtigheden der Paaschweek Beschrijving volgens Sedulius en het Memoriale. Geeselaars en boetelingen in de processie. De weg, dien de processie nam. Hoofdstuk IV. In ballingschap (1639-1675) Het beeld verborgen in Wijk (1639). Wordt daar ter openbare vereering op het altaar verheven (1646). De Franschen te Maastricht (1673). Onderhandelingen om het beeld terug te krijgen. De Minderbroeders en het beeld in de St. Jacobskapel te Maastricht (1675). Hoofdstuk V. Terug in Tricht (1675-1796) Vrede van Nijmegen (1678). Het beeld in de noodkapel op de St. Pieterstraat. Nieuwe kloosterkerk op den Schuttenhof. Overbrenging van het beeld (1700). Processies in den kloostertuin. Het klooster opgeheven (1796). Het beeld verborgen tot 1804. Hoofdstuk VI. De broederschap van O.L. Vrouw De Broederschap van het koordje. De kapelmeesters van O.L. Vrouw. De Broederschap van O.L. Vrouw. Broederschap van Maria-ten-hemel-opneming. Latent bestaan van de Broederschap van O.L. Vrouw (1640-1701). Vernieuwde bloei (1701). Conflicten. Hoofdstuk II. Het mirakuleus beeld en de stad Maastricht De magistraat der stad en de vereering der H. Maagd in haar genadebeeld (deelname aan de processie; kleinere gunstbewijzen). Het wapen der stad en de Sterre der Zee (de mening van van Heylerhoff, Eversen en Meulleners weerlegd). De Sterre der Zee komt pas in 1697 als patrones der stad voor. Hoofdstuk III. De devotie tot O.L. Vrouw van Maastricht en de kapel van O.L.V. ten Oeveere Eerste sententie omtrent herkomst van beeld en devotie. Het verhaal van de aloude devotie tot O.L. Vrouw in de kapel ten Oeveere. Het externe gezag, waarop het verhaal steunt (alle schrijvers gaan terug op van Heylerhoff, wiens mening niet aanvaardbaar is). Kritiek op het verhaal zelf (de naam van de kapel Maria minor aan de Maas; de niet-bewezen volksdevotie in deze kapel voornamelijk van de zijde der schippers; redenen waarom het beeld zou zijn overgebracht naar de kerk der Minderbroeders zijn fiktief; het feit der overbrenging zelf is onwaarschijnlijk). Hoofdstuk IV. De schenking van het beeld door de leerlooiers Tweede sententie omtrent herkomst van beeld en devotie. Het gilde der leerlooiers. Het is waarschijnlijk dat de leerlooiers omstreeks 1309 aan de Minderbroeders een Mariabeeld geschonken hebben ter plaatsing in hun kerk; dit beeld was echter niet het voorwerp van de volksdevotie, die daar later zich ontwikkelde. Hoofdstuk V. De schenking door Nicolaus van Harlaer Derde sententie omtrent herkomst van beeld en devotie. Wie was Nicolaus van Harlaer? Sedulius' vergissing. Het beeld werd hoogstwaarschijnlijk omstreeks 1474 door Nicolaus van Harlaer aan de Minderbroeders geschonken, toen hij in hun Orde trad. Hoofdstuk VI. Wanneer ontstond de volksdevotie tot O.L. Vrouw van Maastricht? Vóór het begin van de XVIe eeuw wordt er van een volksdevotie geen melding gemaakt. Zij dateert van omstreeks 1525. Besluit

Condition

Used - Good

Language

Dutch

Article type

Book - Paperback

Year

1937

Publisher

s' Hertogenbosch, Teulings Uitgevers-maatschappij

pp. 196 / Collectanea Franciscana Neerlandica 5 - 1, De geschiedenis van de sterre der zee te Maastricht tot 1804 door P. Beda Verbeeck O.F.M.