Melis Hubert
Zonnige dreven: gedichten
Article number 10124429
RUST: Rust 9; Jonge Lente 11; Cilia 14; Ontvangenis 16; De Boomgaard 18; Vader 23; De Beiaard 27; De Vogelvanger 61; Het Vaderland 127. KLEINE LIEDEREN: O, kon ik door mijn liedren weven 29; Den glans van Lentedagen 30; Wanneer, uit rozig-teedere nevelen 31; Hoe zou ik ooit haar durven zeggen 32; Zoó is ’t gegaan: het was een blik 33; Uw huisken lag in ’t lachend dal 34; Zoet lief, ge wilt van mij al scheiden 35; Gij liet uw vingren glijden 36; Nu is het stil, de vogelen zwijgen 38; Spreek niet lichtvaardig ’t grievend woord 39; Ik heb getracht u te vergeten 40; Zoals van ver de sterrenkroon 41; Och, kind, als g’in den stillen avond 42; Gij zongt het lied, met bevenden mond 43; Er ligt een scheepken te zwalken 45. AAN ZEE: Middag 49; Nacht 51; Morgen 53; De Strandlooper 55. HET NIEUW TEHUIS: Zonnelied 75; In ’t gezellig huizeken 77; Wiegelied 79; Musschenleven 82; In den zwoelen, rustigen avond 85; Zomer 87; Waarheid 89; Vrede 92. KLANKEN EN BEELDEN: Margriet 97; De Matroos 99; Klompeken-klep 101; Het Paradijs 103; De Skald 105; Kantmoederken 107; Het Park 109; Aan de Vaart 111; Majesteit 113; De groote Stad 115; Grootmoeder 118; Meester Lievens 120; De Smis 122.
Condition
Used - Good
Language
Dutch
Article type
Book - Hardcover
Year
1904
Publisher
Antwerpen
pp. 136
