Hubert van Herreweghen Wivina Lannoo

Aardewerk. Gedichten VI

Article number 10123716

EUR 4,99 *
Content 1 piece
* Incl. VAT excl. Shipping
In stock, delivery in 1-3 working days

Aardewerk 'AARDEWERK' (Gedichten VI). is de eerste bundel die Hubert VAN HERREWEGHEN (Pamel. 1920) sedert zijn 'VERZAMELDE GEDICHTEN' (1977) publiceert. De titel suggereert het verduurzamen van 'aarde' of aardsheid door 'werk' of ambachtelijkheid tot 'aardewerk' , dat weliswaar onvolmaakt blijkt als alles wat van deze aarde is, maar toch de volmaaktheid nastreeft. Het gedicht als 'aardewerk': broze duurzaamheid, ook in het fragmentarische, eenvoud die raffinement wil en kan zijn. Vooral vanaf 'GEDICHTEN III' (1961), waarmee de dichter de Driejaarlükse Staatsprijs voor Poëzie ontving, was een evolutie merkbaar naar een soort betekenisvolle 'poésie pure'. De soms overspannen dualistische levenshouding uit eerder werk, vooral uit GEDICHTEN (1953) klaart uit en wordt uitgepuurd. De wezenlijk religieuze problematiek blijft bestaan, maar levensblijdheid en vooral het paradijsvisjoen halen de bovenhand. Speelsheid en taalspel ontkrachten de tragiek, b.v. in de cyclus 'Aswoensdag' uit 'GEDICHTEN III'. Dit sublimerende relativeren wordt in 'AARDEWERK' sterk doorgetrokken. De dichter bindt eens schijnbaar eenvoudige, speelse, lichtvoetige en volkomen uitgepuurde versjes aan. Maar deze schijn bedriegt: de grondtoon is tragisch gebleven, al werd de verwoording volkomen uitgezuiverd en komt het spelelement door verkleinwoorden, een volkse toon, rijmenspel en zelfs de uiterlijke vorm van de gedichten sterk op de voorgrond. Het zijn miniaturen, met van de miniatuur de schijnbaar naieve eenvoud die rijkdom en diepte betekent. Vol speels raffinement spreekt de dichter over de vergankelijkheid: ,,al wat de man in vrouwen loofde,/ de scheidel, dat is waar.'' Het verlangen naar stilstand een constante in het levensgevoel van deze dichter. wordt sterk beklemtoond. Ook het afstandelijke kijken naar de dingen, met de behoefte om in de natuur ook een ding te mogen zijn: ,,zie ik mezelf, ik ben een tak''. Maar de dingen blijven geladen met magische krachten, waartegen de dichter, anders dan vroeger, zich al eens te weer stelt door ironische overstatements: de tuin wordt dan een woud, de merel een wroetvend everzwijn. In de eenvoud van de tekst, in en met het naakte woord zoekt de dichter een existentiële verklaring, die pas zal komen na de dood. ,,Opener dan dicht is toe.'' En: ,,Eens gaat wat nu toe is open.'' Dit laatste vers is niet toevallig het slotvers van 'AARDEWERK', een bundel met de bedrijflijke diepte van een helder water, waarin je zowel de bodem als de hemel ziet. Willy Spillebeen INHOUD 't Zal bliksemen... 't Zal bliksemen... 7 Dienstplicht 9 Nacht 11 Oorlog 13 Bestiarius 15 Valeriaan Sedentair 19 Het snavelwerk... 21 Koppel 23 Nefertete 25 Kalf 27 Vanitas 29 Kruik 31 Verlangen naar de winter Verlangen naar de winter 35 Stro 37 Vis 39 Leviathan 41 Kraai kijkt toe uit boom naast abattoir 43 Toe Oude Dender 47 Man maait beekkant terwijl kleinkinderen op bezoek zijn 49 Berg 51 Graf 53 Meeuw 55 Toe I 57 II 59 61 Omslagontwerp: Wivina Lannoo Gezet, gedrukt en gebonden bij Drukkerij-Uitgeverij Lannoo pvba, Tielt - 1985 © Hubert van Herreweghen Printed in Belgium D/1985/45/118 ISBN 90 209 1210 0 (1ste bijdruk)

Condition

Used - Good

Language

Dutch

Article type

Book - Paperback

Year

1985

Publisher

Lannoo, Tielt

Edition

1

Number of pages

61 pages

EAN

9789020912104

Beschadiging aan de voorkaft.