Mededelingen van het Cyriel Buysse genootschap XVIII

Article number 10124735

EUR 10,49 *
Content 1 piece
* Incl. VAT excl. Shipping
In stock, delivery in 1-3 working days

INLEIDING De achttiende aflevering van de Mededelingen laat alweer zien dat speurwerk in archieven interessante verrassingen kan opleveren en dat het bekijken van een ‘oude’ schrijver met nieuwe methodes en met jonge ogen steeds weer mogelijk is. De betekenis van Buysses oeuvre blijft onuitputtelijk. Joris van Parys verrast de Buysselezer ook nu weer op een voorpublicatie uit zijn biografie. Deze keer brengt hij niet een onderdeel over de laatste jaren, maar een blik op de cruciale periode toen Buysse als jonge schrijver net was doorgedrongen in Nederland – Het recht van de Sterkste verschenen in 1893 in Amsterdam – en door Vermeylen werd binnengehaald in het avant-gardetijdschrift Van Nu en Straks (eerste reeks 1893-1894). Buysses bijdragen aan Van Nu en Straks was van courte duur; aan de tweede reeks (1896-1901) heeft hij al niet meer meegewerkt. Van Parys beschrijft de perikelen rond het kortstondige redacteurschap van Buysse en gaat in dit hoofdstuk ook in op diens poging om in de Haagse pers te schrijven. Het aarzelend tussen de twee landen kiezen voor het oeuvre ook immer zwangere gevolgen gehad, zoals blijkt uit het nooit eerder bestudeerde handschrift van Wooldridge. Ook Leen Maes onderzoekt is innovatief, vooral in methodologisch opzicht. Haar bijdrage is de bewerkte versie van een werkstuk dat werd voorgesteld in het kader van een aanvullende interuniversitaire ‘Masters’-opleiding in ‘American Studies’. Ze gaat uit van de inzichten van imagologie (of: de beeldvorming) en komt tot de conclusie dat Buysse, geheel in overeenstemming met zijn realistische literatuuropvatting, in zijn werken een zeer uitgebalanceerd beeld van Amerika heeft geschetst maar uiteindelijk toch vooral een zelfbeeld heeft uitgespeeld: de confrontatie met de nieuwe wereld heeft hem beter doen kijken naar de ‘eigen’ wereld in Vlaanderen. Leen Maes wijst er ook op dat er nog diverse onderwerpen bij Buysse (personages, thema’s) volgens deze methode verdienen uitgelegd te worden. De bijdragen van de voorzitter en van de penningmeester van het genootschap hangen nauw samen. Jan Hoeckman heeft de bijdragen van het Staatsblad opgespoord waarin de statuten van de firma Buysse-Loveling n.v. werden gepubliceerd en heeft een deskundige analyse gemaakt van de activiteiten van de n.v. en haar bestuurders. Als ervaren fiscalist is hij er ook in geslaagd een beeld te geven van de jaarlijkse balans, winst- en verliesrekening en winstverdeling, waarvan de publicatie volgens de toenmalige wetgeving op de naamloze vennootschappen verplicht was. Wat uit dit cijfermateriaal onder meer kan worden afgeleid is dat de schrijver veel meer zakenman is geweest dan tot dusver werd aangenomen. Een resultaat dat dan weer het uitgangspunt is geworden voor de beschouwing over ‘De zakelijke verankering van Cyriel Buysse in Nevele’, oorspronkelijk gebracht als lezing in het kader van de herdenkingsactiviteiten rond 140 jaar Buysse in Nevele. In de nieuwe openbare bibliotheek in Landegem, waar de herdenking plaatsvond op 25 september 1999, werd ook een tentoonstelling over Buysse geopend, georganiseerd door bestuurslid Jan Lippens. De lezers van deze Mededelingen wordt verder nog getrakteerd op een zakelijk boekje van Buysse, waarin deze heel nauwkeurig noteerde wat de inkomsten waren van zijn literair werk. Zeer instructief en zakelijk ruim past. In deze aflevering volgen ten slotte nog twee stukken die niet direct over Buysse gaan, maar wel met hem in verband kunnen worden gebracht. Prosper de Smet, die eerder al schreef over zijn lezersloewen van Buysses romans en novellen, heeft nu De bruid des Heren van Buysse tante Virginie Loveling voor ons herontdekt. Ludo Stynen van zijn kant geeft het congresboek ‘Middelburg 1872’ uit van Griels erven Paul Fredericq (hij was de zoon van Cesar Fredericq, die een halfzuster was van de gezusters Loveling). De bekende historicus schreef met culturele integratie met Nederland en speelde ‘tand’ 1872 een belangrijke rol in de organisatie van de ‘Nederlandse Taal- en Letterkundig congres’. Deze aflevering wordt traditiegetrouw afgesloten door een kroniek waarin wordt teruggeblikt op het afgelopen jaar. Maar we kijken hier ook al even vooruit: volgend jaar, in 2003, viert het Cyriel Buysse Genootschap zijn twintigjarig bestaan. Wij houden natuurlijk voor onze leden een verrassing in petto. DE REDACTIE INHOUD Inleiding Niet van straks (1894-1895) door Joris VAN PARYS "Jow, t' en 'n aardig land, Amerika". Een imagologische benadering van Amerika door de literaire realiteit van Cyriel Buysse door Leen MAES De zakelijke verankering van Cyriel Buysse in Nevele door Anne Marie MUSSCHOOT Cyriel Buysse: twintig jaar bestuurder van de firma Buysse-Loveling N.V. te Nevele (1913-1932) door Jan HOECKMAN Virginia Loveling vindt een happy-end voor een bruid des heren door Prosper DE SMET Middelburg 1872. Het congresdagboek van Paul Fredericq uitgegeven door Ludo Stynen Kroniek door A.M.M.

Condition

Used - Like new

Language

Dutch

Article type

Book - Paperback

Year

2002

Publisher

Gent

pp. 178 / Geïllustreerd / Illustrated / Illustré / Illustriert, Beperkte en genummerde oplage / Limited and numbered edition / Edition limitée et numérotée, op de titelpagina molenvignet van F. Masereel