De Nederlanden: overzicht van de geschiedenis, de beeldende kunsten, de bouwkunst en de letterkunde

Artikelnummer 10124925

De schrijver trachtte in dit boek een chronologisch en systematisch overzicht te geven van de beeldende kunst, de architectuur en de letterkunde van de Nederlanden, steeds in verband met de politieke geschiedenis. Hij vermeldt niet alle bekende namen maar beperkt zich steeds tot de volgens hem meest typische figuren. De chronologie werd af en toe opgeofferd aan de verklaring van de behandelde verschijnselen zodat het boek om zo te zeggen in spiraalvorm werd geschreven. Voor de behandeling van de onderwerpen blijve wordt niet teruggegrepen in de geschiedenis van het toneel; het verhaal van Roger wordt als gevolg van de politieke ondergang van het Zuiden in samenhang hiermede besproken, een paar hoofdstukken door Breden en Blondel, terwijl o.a. Rubens, Maerlant, Van Schaldegem en Grotius, omdat ze te weinig met de politieke geschiedenis verbonden zijn, in verscheidene hoofdstukken voorkomen. De schrijver heeft de geschiedenis van een Vlaming – in de zin van Zuid-Nederlands – standpunt bekeken, waardoor ze nogal aanzienlijk afwijkt van het gewone schema van dergelijke over- zichten van Noordnederlanders, die ook in hun bloemlezingen Van Maerlant en de Vlaamse en Brabantse mystici en toneelkunst als bestanddelen van de Nederlandse letterkunde opnemen, maar voor wie ze de veertiende eeuw Vlaanderen en Brabant niet meer tot het Nederlandse kultuurgebied schijnen te behoren, tot scheef op het einde, naast een paar Zuid-Afrikaners, nog eens drie of vier hedendaagse Vlaamse dichters worden vermeld. Het gaat doorgans met de kunstgeschiedenis niet beter, waarin Hierony- mus van Aken, van 's-Hertogenbosch, de vierde Brabantse stad na Brussel, Antwerpen en Leuven, al of niet tot Holland wordt gerekend, terwijl hij juist een van de exponenten is van de oorspronkelijke samenhang van de Nederlandse kunst. Op een ander terrein had Prof. De Bocks boek de Français te beden- ken hoe het literair-historische deel van zijn handschrift veel heeft willen lezen en enkele correcties heeft voorgesteld, en Leo Picard die het gehele handschrift gelezen heeft.